De drukte met werk blijft doorgaan, dus veel tijd heb ik nog niet doorgebracht in de tuin de afgelopen weken. Nu was het weer er ook niet echt naar, maar toch… Het onkruid trekt zich daar niet veel van aan, in tegendeel, wat groeit dat hard met al die regen. Vandaag dus toch even tijd gevonden om wat rond te kijken buiten. Naast het vele onkruid is er ook nog heel wat anders te zien. Een rondje door de tuin is dus wel op zijn plaats.
Te beginnen met de zilverkaars (Cimicifuga ramosa), dat was één van de weinigen die ik de afgelopen dagen wel nauwlettend in het oog hield. Ik had al gezien dat de knoppen eraan zaten, dus de eerste bloemen (en daarbij behorende geur) wilde ik niet missen. Die geur is echt heerlijk en ruik je vaak al van een afstandje, zeker als er wat wind staat uit de goede hoek. De Anemone laat al iets langer zijn bloemen zien, een vrolijke toets met dit druilerige weer.
Heuchera ‘Brownies’ is ook al wat langer van de partij. Die luidt met zijn bladkleuren al echt de herfst in. De ijle cremewitte bloemetjes op lange stelen vallen erg op boven het donkere koperbruine blad. Hetzelfde cremewit vind je terug in de Clematis ‘Grace’. De bloemetjes zijn klein maar fijn, ze vallen niet echt op. De Clematis staat aan de voet van de kriekenboom, die zijn takken ook als een grote paraplu over de klimplant heen buigt. Ik kijk vooral niet naar beneden bij het bewonderen van de bloemen, want het gras staat daar tot aan mijn kuiten. Een knipbeurt zou niet misstaan.
Om nog even terug te komen op de Heuchera (in de volksmond ook wel parapluplantje genoemd), deze staat ook erg mooi in combinatie met het komkommerkruid (Borago). Beiden hebben in hun steel iets van rood-roze zitten. De donkere stengels van het parapluplantje steken ook mooi af bij het zachtgroene blad van Borago. Ook uitgebloeide planten zijn vaak nog heel mooi. De uitgebloeide bloemen van de pluimpapaver (Macleaya cordata) houden nog lang hun koraalrode kleur.
Ook de uitgebloeide bloemen van Oregano vulgare geven een mooi effect, er ligt een soort paars-grijze gloed overheen. Al zou het misschien wel slim zijn als ik ze hier en daar toch terugknip. Ze zaaien namelijk overvloedig uit en mijn tuin staat er al flink vol mee. Een paar weken terug heb ik een andere pol al helemaal afgeknipt en die gaat binnenkort aan een tweede bloei beginnen. Dat is ook mooi meegenomen. Een plant die er ook en masse staat is pepermunt (mentha x piperita). Deze munt heeft in het algemeen een iets minder chaotisch uiterlijk (en woekergedrag) als de Mentha spicata (groene munt). Toch kan ik ook de groene munt niet missen, ze ruiken en smaken echt verschillend. De pepermunt staat hier in combinatie met Stipa tenuissima, een fijn koppel, al moet ik de Stipa wel een handje helpen om zijn plekje gevrijwaard te houden t.o.v. de munt.
De paarsblauwe bloeiaren van de dropplant zijn ook nog van de partij. Hij bloeit lang door. Ik kan zeker de cultivar ‘Blackadder’ aanraden, de aren zijn extra donkerpaars van kleur en geven nog meer contrast t.o.v. de bloemetjes. Het roze muskuskaasjeskruid (Malva moschata) is nog een overblijfsel uit de beginperiode toen de tuin was ingezaaid met een zadenmengsel van kruiden. Hij steekt her en der de kop op en bloeit verspreid over langere periodes.
Tot slot nog het plataargras Chasmantium latifolium met op de achtergrond Pennisetum alopecuroides. De platte aartjes beginnen ook al langzaam aan de herfst te denken en kleuren gestaag naar een kopergoud. Het blad is nog wel lichtgroen, dus als de zon nog eens doorbreekt dan bevinden we ons toch nog eventjes in de zomer.