Zonnekloppers

Even een intermezzo, een vooruitzicht naar wat er komend seizoen nog allemaal op komst is. Een beeld van m’n tuin is niet compleet zonder aandacht te besteden aan de zonnekloppers. En hoe beter te beginnen dan met lavendel. In dit geval Lavendula angustifolia ‘Munstead’, althans zo heb ik ze destijds gekocht. Ik ben altijd nog eens van plan om wat takjes voor determinatie mee te nemen naar mijn volgende bezoek aan kwekerij Bastin. In z’n boek Puur Mediterraan Tuinieren schrijft Roger Bastin dat deze variëteit al vele jaren niet meer verkrijgbaar is in Nederland. Ik ben dus benieuwd waar ik dan heel m’n voortuin mee vol heb staan.

Voor zonnekloppers moet je trouwens bij Bastin zijn. Hiernaast het resultaat van een bezoekje aan z’n kwekerij. Zelfs zo als groepje in de doos ziet het er al fantastisch uit, een verzameling Lavendel, Salie en Tijm, met o.a. Lavendula ‘Grosso’, ‘Luberon’, ‘Siesta’, ‘Contrast’, ‘Melissa Lilac’, ‘Coconut Ice’, ‘Blue Ice’, ‘Edelweiss’, ‘Sawyers’ en ‘Regal Splendour’. Thymus ‘Purple Beauty’, ‘Chateau Queribus’, ‘Tabor’ en x faustinoi.

Een mooi koppel vormen Salvia discolor en Salvia ‘Shame’. De eerste met zilvergrijs blad, plakkerige stengels die een heerlijke geur afgeven en onbeschrijflijk mooie zwarte bloemen. Ik ben hem helaas verloren in de winter. Ik had hem nochthans zorgvuldig in een onverwarmde lichte ruimte gezet boven de 6º C (want hij kan niet tegen temperaturen die daar beneden zakken), maar het mocht niet zo zijn. Salvia ‘Shame’ heb ik gelukkig wel nog kunnen houden. Die is iets minder gevoelig, al houd ik hem wel in een pot en zet hem in de winter in de garage. Hij bloeit in een zacht roze en als je de uitgebloeide bloemen weghaald krijgt hij steeds nieuwe knoppen.

Nog zo’n fijne Salie is Salvia officinalis ‘Berggarten’. Deze staat wel in de volle grond. Hij heeft mooi groot zilvergrijs blad en bloeit met lange blauwpaarse aren. Na de bloei geef ik hem een flinke knipbeurt, maar in tegenstelling tot bijv. Salvia officinalis Purpurascens Group, die ik maar moeilijk compact en vol kan houden, blijft deze wel steeds nieuwe scheuten laag op de takken aanmaken. Het behaarde blad van veel Salie’s is eigenlijk een kenmerk van veel zonaanbiddende planten. De beharing zorgt ervoor dat er minder water verdampt, het beschermd eigenlijk tegen teveel zonnebrand. Het zachte grijze blad combineert heel mooi met het groengele gras Hakonechloa macra ‘Aureola’ dat er achter staat. In de voorgrond zie je nog de bloemen van Origanum vulgare.

Nog zo’n grijsaard is heiligenbloem, Santolina chamaecyparissus. Hij bloeit met donkergele bloemen en vormt in bloei een flinke halfronde bol en geeft daarmee veel structuur in de tuin. Jammer genoeg valt de bol vaak snel open door zijn eigen gewicht. Ik knip hem na de bloei een stuk korter en dan loopt hij altijd weer mooi uit tot een nieuwe grijze bol. Maar ik moet zeggen dat ik vrij veel moeite heb om ze de winter door te halen. Ik ben hem al eens kwijtgeraakt en dit voorjaar ziet het er wederom niet echt super uit. De meer groengrijze bol met zacht cremewitte bloemen is Santolina pinnata subsp. neapolitana ‘Edward Bowles’. Deze lijkt de winter iets beter doorstaan te hebben. Hopenlijk zetten de nieuwe scheuten onderaan goed door.

Nog zo’n vrolijke zonneklopper is Echinacea purpurea. Meestal houd ik niet zo van hardroze, maar bij deze plant vind ik het echt horen. Ik heb mezelf voorgenomen dit jaar een deel van de plant te splitsen en op een plek met nog meer zon te zetten. Ik heb hem al enkele jaren in de tuin, maar hij breidt zich niet echt uit. Ik denk dat hij dus nog meer zon moet hebben en misschien een wat drogere grond.

De plant die op de voorste rij staat als het gaat over de meest zonnige plek in m’n tuin is Rosmarinus officinalis (vermoedelijk ‘Tuscan Blue’). Dit is echt een onverstoorbare gemoedelijke reus. Hij bloeit wanneer hij er zin in heeft, voorjaar, najaar, winter, soms in de zomer. Maar de bloei doet er eigenlijk niet toe. Het gaat om zijn heerlijk geurende takken. De struik is inmiddels zo groot (± 1,80 m hoog en ik schat zo’n 2,20 m Ø + een tweede exemplaar die net een maatje kleiner is en opgekweekt van een eigen stek ) dat ik er ook ongeremd van kan knippen. Hij heeft een lekker ruig uiterlijk. Probeer hem niet in een bepaalde vorm te dwingen, maar laat hem gewoon zijn natuurlijke gang gaan. Het enige moment wanneer felle zon minder goed is voor de plant, is bij langdurig vriesweer in de winter. De bladeren verdampen dan nog steeds water, terwijl ze geen nieuw vocht uit de bevroren grond kunnen opnemen, waardoor hij kan uitdrogen. Maar voor de rest is het een reuze zonneklopper die niet kan ontbreken in de mediterrane tuin.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.