Hoogste tijd

Al meer als een week kriebelt de “voorjaarsopruimwoede”. Door drukte met werk ben ik er nog niet aan toegekomen, maar vandaag liep ik even door de tuin en haalde achteloos ergens wat blad weg en ja hoor: de eerste bloemetjes zijn er al. Onder een dikke koek afgevallen blad van de Duitse Pijp (Aristolochia durior) kwamen de helblauwe bloemetjes van Omphalodes Verna boven. Ik heb dus maar even meteen heel die koek erafgehaald. Nu er licht en lucht bij komt zal het opkomende blad van het “Amerikaans vergeet-mij-nietje” snel de kale bodem weer bedekken. En natuurlijk nog veel meer van die blauwe bloemetjes aanvoeren.

Eigenlijk zitten we nog midden in de winter, maar de warme temperaturen van de laatste tijd doen al echt het lentegevoel opleven. En bij het voorjaar (als ik het zo al mag noemen op half februari) hoort de tuin opruimen en snoeien. Dit zijn zowat de leukste klusjes in de tuin, naast natuurlijk het planten van nieuwe aanwinsten, maar die zijn er voorlopig nog niet, dus tijd om de handen uit de mouwen te steken.

De tuin is nu één grote half ingezakte boel, een wirwar van takken, bladeren, uitgebloeide stengels en … ik vrees ook, al aardig wat onkruid. Maar onder al die chaos, zie je overal nieuwe blaadjes opkomen, neuzen van wortelstokken die net boven de grond komen piepen, verse uitlopers en knoppen die dikker worden. Hier zie je bijv. de prachtige knoppen van Stachyurus praecox. Deze heester bloeit in het vroege voorjaar op het kale hout en is dan een indrukwekkende verschijning.

Met het opruimen probeer ik ook wat voorzichtig te werk te gaan. Meestal ga ik gewoon met de hand, en de snoeischaar in de buurt, aan de slag. Met de hand kun je gemakkelijker voelen waar nieuwe uitlopers zitten of zelfs vergeten of verloren gewaande planten terugvinden. Ook kan er natuurlijk van alles gezaaid zijn, wat je bij het schoffelen bijv. gemakkelijk om zeep helpt. Dat brengt me meteen bij de moeilijke taak van “wat mag blijven staan van al die zaailingen en uitlopers”. Sommigen maken het echt wel gortig, zoals Melica ciliata of Origanum vulgare. Ik moet zeggen dat ik erg moeilijk planten zomaar eruit kan halen onder de noemer “teveel”. Maar af en toe zou ik toch wat rigoreuzer mogen zijn. Zeker bij deze twee, ze zien er in het begin zo lekker compact en bossig uit, dat je denkt dat past nog wel tussen die andere planten. Maar gaandeweg het seizoen worden ze groter en komen ze dan toch in het gedrang met hun buren. En om ze er dan alsnog uit te halen lukt helemaal niet meer, want stiekem leveren die twee toch wel een spectaculair beeld op en natuurlijk een heerlijke geur en smaak in het geval van Origanum.

Laat ik me bij deze voorjaars opruimbeurt dan toch maar voornemen om het teveel er nu wel uit te halen. Kijken of het lukt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.