Oud eruit, Nieuw erin

Hoogste tijd om de winter af te schudden. Zowel in de tuin, als bij mezelf. Een dagje wroeten en knippen brengt direct stramme handen en spierpijn. ‘t Is duidelijk, het tuinieren is al weer even geleden. Ik weet ‘t, het is nog wel maar februari, maar een zonnetje en aangename temperatuur doet de hoop op lente al aanwakkeren.

En eigenlijk is er niets zo lekker, behalve dan misschien het planten van nieuwe aanwinsten, als die voorjaars opruimbeurt. Al het oude materiaal eruit en nieuwe compost erin. Het is ook het ideale moment om te zien hoe het ervoor staat met de planten. Sommigen zijn nog in diepe slaap, anderen voelen ook al de warmte en een paar hebben toch nog een flinke knauw gekregen van die laatste (?) vorstperiode. Zo is er bij de ligusterhaag nog geen beweging te zien, terwijl de akeleien al gestaag hun blaadjes beginnen uit te vouwen. De rozemarijn heeft het nog flink te verduren gekregen met de vorst, terwijl hij er in januari nog zo goed bij stond. Gelukkig is de struik zo groot, dat hij deels voor zijn eigen winterbescherming zorgt. In het hart van de struik waar wat meer beschutting is, zitten nog groene takken. Nog even een maandje of 2 wachten voor de schade goed te zien is en een knipbeurt er weer wat leven in zal brengen. Ook het Vingerhoedskruid (Digitalis) heeft wat last gehad van de kou. Sommige bladrozetten zijn helemaal afgestorven, anderen vertonen nog een groen hart en een aantal staan er nog volledig ongestoord bij. Die gehalveerde bladrozetten zullen echter weer snel uitgroeien tot flinke pollen. Een plant die ook nog een flinke klap heeft gehad is de wolfsmelk (Euphorbia characias subsp. wulfenii). Die bloei van een maandje geleden was dus toch iets teveel van het goede. Ik las in de Nieuwsbrief van Kwekerij Bastin, dat de warme winter planten zacht en vorstgevoelig maakt. De vorst hoeft dan niet eens zo hard of lang te zijn om toch al veel schade aan te kunnen richten. Het valt nog te bezien of de Wolfsmelk de klap heeft overleefd, maar bij nader inzien had ik toch beter wat vliesdoek of extra winterdek aangebracht. Zo leer je ieder keer weer bij.

Een van mijn nieuwste aanwinsten is trouwens een mini kweekkasje, of beter gezegd 3 mini kweekkasjes. Achteraf gezien vraag ik me af waarom ik daar zo lang mee gewacht heb om aan te schaffen. Het is werkelijk een genot om in te zaaien. Ieder voorjaar was ik aan het klungelen met bakjes, potjes, wc rolletjes, doormidden geknipte petflessen en dat alles voorzien van plastic dekseltjes, stukjes huishoudfolie met een plakbandje of elastiekje en niet te vergeten onder alles een schaaltje of bakje. Je kunt je wel voorstellen wat een gewinkel het was als er water gegeven moest worden of alles met een mooie dag tijdelijk naar buiten kon. Maar misschien hoort die klungelfase er wel bij. Voor wat hoort wat, zullen we maar zeggen. Ik was eigenlijk op zoek naar een wat groter formaat kasje, maar eigenlijk ben ik heel blij met deze maat. Ze zijn ± 38 x 24 cm en zo’n 18 cm hoog, compleet met verluchtingsschuifjes en al. Een heel handzaam formaat en naar gelang je zaaibehoefte pak je er een kasje bij of laat je er één in de kast staan. Ze zijn dus ook al meteen in gebruik genomen. De eerste zaden van Chilipeper, Basilicum, Majoraan, Pronkerwt en Fluitenkruid zitten al in de grond, met nog een flinke lading andere zaden in de wachtrij. Alle gaten die dus mogelijk gaan vallen in de tuin, zullen snel weer bezet zijn. Met andere woorden, ook hier geldt: oud eruit, nieuw erin.

Stilte voor de storm

Die winter is dan toch nog stilletjes aan gekomen. Een paar weken was het al sneeuw en vorst dat de klok sloeg. Geen dikke pakketten hier, maar toch een mooi dekentje. Inmiddels is alles weer verdwenen en komt al het onderliggende weer tevoorschijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En ik moet zeggen, er staat nog verbazingwekkend veel overeind. Van de zaadhoofden c.q. sporen van Phlomis en Matteuccia struthiopteris viel niet anders te verwachten, maar ook de kerrieplant Helichrysum italicum staat er florissant bij in tegenstelling tot andere jaren na de winter. De Salvia lavandulifolia heeft wat bruine punten (wat hem overigens niet misstaat naast dat grijs), maar er zitten ook al heel veel nieuwe scheuten in de wacht.

Met het verdwijnen van sneeuw en vorst beginnen ook automatisch mijn handen te kriebelen. De zin om weer de tuin in te gaan, opruimen van alle afgestorven takken, de laatste zadenoogst te verzamelen, het knip en snoeiwerk, en nieuwe plannetjes maken van wat te zaaien en te (ver)planten. Maar ik moet me toch nog een beetje inhouden. In het weekend wordt er weer wat nachtvorst verwacht, dus best het snoeiwerk nog wat uitstellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En met een rondje door de tuin moet ik zeggen dat het toch ook ieder jaar wel jammer is om al dat overgebleven moois weer af te knippen. Al die zaden, takken en afgestorven blad vormen samen toch een mooie massa in aardse kleuren. Bij een aantal planten die pas wat later op gang komen, zoals de pluimpapaver Macleaya cordata, blijft er zelfs na het verwijderen van oude takken en blad helemaal niets bovengronds over, behalve dan die gapende leegte. Maar goed, de opruimwoede is toch sterker dan de pleinvrees, dus voordat ik rigoreus de snoeischaar bovenhaal, toch ook nog maar even een foto maken van dat achtergelaten nestje inclusief een restje hazelnotenproviand.