Quinoa voor gras

De keren dat ik in Januari in de tuin heb gewerkt zijn op 1 hand te tellen, of misschien zelfs op 1 vinger. Hakonechloa_LuzulaGisteren was die dag. Het zonnetje liet het gaandeweg afweten, maar voor de rest was er niks mis met het weer. De voor-de-tijd-van-het-jaar zachte temperaturen doen het onkruid ook gestaag verder groeien. Daarmee is zo’n tuinwerkdag vroeg op het jaar aardig meegenomen. Een week of 2 geleden heb ik mezelf ook al eens een dag in de strijd gegooid. Toen moest een paar vierkante meter “grasborder” eraan geloven. Dat wil zeggen: er stond zo goed als alleen maar gras (en dan heb ik het niet over siergrassen, maar van dat spul waar je voetbalveldjes mee vult), maar dan midden in de border. Het hele gebiedje ligt er nu leeg bij. Kale grond, maar daar kan ik de komende maanden eens mooi mijn gedachten over laten gaan. Gisteren ben ik verder gegaan waar ik achtergebleven was. Scleranthus uniflorusHet gras beperkt zich namelijk niet tot die paar vierkante meter, maar wandelt vrolijk verder tussen de andere vaste planten.

Van gras hoor je wel eens dat het een van de meest taaie en resistente begroeiingen is. Met uitzondering van enkele gebieden, groeit het zo goed als overal op aarde. Ik kan me er iets bij voorstellen, toch prijken meestal andere namen in de hitlijst van onkruiden, zoals zevenblad (waar ik gelukkig geen last van heb) en heermoes (die dan wel in mijn hitlijst voorkomt). Maar goed: de term onkruid is natuurlijk zeer relatief, wat voor de ene  gewenst is, ziet de ander liever verdwijnen. Ik was eigenlijk al blij dat het dit keer niet zo veel kweekgras was, maar meer van dat gemakkelijke spul: 1 keer trekken en je hebt de hele pol mee. HeucheraEn zo stukje bij beetje is er weer een paar vierkante meter ontgonnen. Ik begin me stilletjes aan te verheugen op het idee dat ik mezelf hiermee wat voorsprong geef in het voorjaar.

Normaal gesproken laat ik in het najaar alles begaan in de tuin. Het blad valt, bloemen verwelken, takken verdorren. Er wordt niks meer opgeruimd of afgeknipt. In het voorjaar brengt dat één van de leukste tuinklussen met zich mee. De oude laag wordt eraf gepeld en er komt een nieuwe tuin onder tevoorschijn. Maar af en toe besef ik wel dat het ook wat teveel kan worden om in het voorjaar nog allemaal verwerkt te krijgen. Ik dacht zo, als ik nou eens héél selectief al hier en daar wat afknip en opruim. Zo selectief dat het wintersilhouet er niet onder hoeft te lijden en dat de planten ook nog steeds voldoende beschutting hebben tegen de kou. Zo heb ik bijvoorbeeld de uitgebloeide halmen van de Deschampsia al afgeknipt. Ze hingen zowiezo al half over de grond en het siergras staat al met een flink stevige pol die hem genoeg bescherming geeft. De hoge stengels van de pluimpapaver laat ik dan wel weer staan. Ze geven veel effect in de winter en als ik de holle stengels zou afknippen blijft er water in staan, dat bij vorst volgens mij niet bevorderlijk is voor de plant. Zo met hier en daar nog wat onkruid verwijdert ziet het er welhaast lichtjes onder controle uit… als ik niet teveel opzij kijk dan.

Lunaria_CalamagrostisVerder worden winterse dagen op tuingebied gebruikt om moestuinplannetjes te maken, zaden uit te zoeken of in tuinboekjes te lezen. Zo stuitte ik onlangs nog op een inspirerend lijstje met inheemse wilde planten. Grappig is dat eigenlijk, dat je als beginnend tuinliefhebber (ik dan toch) vooral aangetrokken wordt door allerlei bijzonders van elders en dat je dan na zoveel jaren nog verrast kan worden door iets simpels van dicht bij huis. Zo bleef mijn oog rusten  op ‘blauwe knoop’ Succisa pratensis. Quasi bloem houdt het ergens het midden tussen Scabiosa (duifkruid) en Knautia (beemdkroon), ook al twee van die inheemse soorten. Ook was ik blij verrast door de ‘vaste judaspenning’ Lunaria rediviva. Eerlijk gezegd had ik er nog nooit van gehoord, maar hij stijgt meteen met stip op mijn wensenlijstje. Hij oogt iets meer natuurlijk dan de Lunaria annua en de centen zijn verrassend langwerpig van vorm.

Dat gezegd hebbende, moet ik bekennen dat mijn meest recente ontdekking weer meer in de exotische hoek zit. Op de website van De Nieuwe Tuin viel mijn oog op één van hun nieuwe aanwinsten, namelijk ‘Quinoa’. Een heerlijk zaad (graan mag je het eigenlijk niet noemen) oorspronkelijk afkomstig uit Zuid Amerika. Het verovert al een tijdje onze keuken, maar bij de nieuwe tuin lees ik dat het blijkbaar ook gemakkelijk te kweken is in ons klimaat. Misschien is dat dan een eerste voorzichtige kandidaat voor dat leeggekomen stukje grond.

Diamanten en kristallen

Vanochtend was het een en al getik en gedrup in de tuin. Het regende onder de berk en dat tesamen met het getwierelier van de vogels bracht het geluid van de lente. En dat terwijl de temperaturen nog niet eens zo gek veel hoger liggen, maar een zonnetje en een blauwe lucht met vliegtuigen die strepen trekken doet wonderen. Tijd voor een rondje langs diamanten en kristallen.

macleaya en rudbeckia

Molinia

Pennisetum

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SanguisorbaCalamagrostis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Agastachechasmanthium

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pennisetum en chasmanthium

Venkel en Stipa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Chaos en geurend genot

chaos

geurend genot

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dat is wat er onder de smeltende sneeuwlaag tevoorschijn is gekomen. Ja serieus, de chaos is zelfs zo groot dat sommige foto’s niet door de selectieronde heen zijn gekomen. Dus voor iemand wiens tuin toch al weinig tot geen orde kent, betekent dat wel wat. Ergens wist ik al wel dat het eraan zat te komen. Vorig jaar waren er al hele tuindelen waar ik met de schoffel en het emmertje niet aan toe ben gekomen. Anderzijds laten de delen waar ik dan wel volgens AnneTannes methode regelmatig onkruid heb verwijderd hun sporen goed na. En…gelukkig is er tussen al die chaos ook nog goed nieuws te vinden. Zo ligt het Kamille veldje er in volle glorie bij. De gele kamille (Anthemis tinctoria) heeft vorig jaar al goed zijn best gedaan. Aan de voet van de plant zit nu een flinke bos nieuw blad. De echte kamille (Matricaria recutita) die vorige jaar pas laat op gang kwam, maar nog wel gebloeid heeft, gaat er dit jaar zo te zien vroeg aan beginnen.

tijm

heiligenbloem

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maar er is nog meer goed nieuws, de heiligenbloem (Santolina pinnata subsp. neapolitana ‘Edward Bowles’) is heelhuids de winter doorgekomen. Dit is één van die mediterrane planten die vaak moeite heeft met teveel nattigheid in de winter. Ik ben hem al regelmatig kwijtgeraakt. Dit keer had ik hem in de nazomer nog een flinke knipbeurt gegeven waardoor hij nog goed nieuw blad heeft gemaakt en zodoende met een dikke jas de winter inging. Ook de tijm (Thymus pulegioides ‘Tabor’) lijkt zich niets aangetrokken te hebben van kou en nattigheid. Het ziet er zelfs uit alsof hij nog een groeispurt heeft gehad onder die sneeuwdeken. Ik herinner me niet dat hij, een maand of wat geleden, er zo florissant bij lag.

salie en kerrieplant

angel's fishingrod

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook de kerrieplant (Helichrysum italicum) heeft de winter overleeft, al ga ik hem dit jaar ook eens dezelfde behandeling geven als de heiligenbloem. Hij ziet er een beetje ‘leggy’ uit zoals de Engelsen dat zo mooi kunnen verwoorden. Lange sprieten met op het einde nieuw blad, maar in het hart wat kaal. Met wat extra zorg en knippen, krijg ik dat hopenlijk wel weer in orde. De Lavendelsalie (Salvia lavandulifolia) daarentegen is vol en bossig. Een snelle blik in mijn archieven leert dat de rollen vorig jaar omgedraaid waren. Hoe het ook zij, de twee vormen een heerlijk geurend en grijzig koppel. En, wonder boven wonder, Angel’s fishing rod (Dierama pulcherrimum) ziet er groen en gezond uit. En dat terwijl ik hem niet eens ingepakt heb dit jaar. Zo zie je maar, je kunt blijkbaar ook teveel bescherming geven.

Terwijl momenteel een hagelbui neerpletst verheug ik me in ieder geval al op de eerstvolgende zonnestraal, want er is veel te doen in de tuin…héél veel.

Tekens in het wit

Voordat je denkt dat dit een zwart-wit blog is geworden … nee hoor, het heeft gewoon gesneeuwd!

vedergras

vingerhoedskruid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is er dan toch van gekomen. Na weken van regen, regen en nog eens regen was het even droog… en toen plots op een avond, was daar de sneeuw. Die vleit zich altijd geruisloos neer, waardoor je het pas in de gaten hebt als er al een aardig dekentje ligt. Het ziet er ook naar uit dat we wel voor even vertrokken zijn met de wittigheid daarbuiten. Een week of wat geleden had ik nog de stille hoop om eens een lekker dagje in de tuin te gaan werken. Met een temperatuur van 8 à 10 ° en het zonnetje erbij, hoorde dat zeker tot de mogelijkheden. Als je niet oppast zou je bijna aan de voorjaarsopruiming beginnen, maar goed dat ik dat nog niet gedaan heb.

knoflook

Vanochtend was het sneeuwpakket nog eens verdriedubbeld, een mooi moment om eens wat voetsporen te trekken in die ongenaakbare witheid. De planten, of wat daarvan te zien is, tekenen zich af als sierlijke lijnen op een leeg blad papier. De rijtjes knoflook lijken welhaast een oefening in kalligrafie. De donkere sporen van de bekervaren staan als stevig kwaststreken rechtop en ook de gele kamille toont zijn ronde zwarte bloemhoofdjes als inktspetters in de sneeuw. Mijn voetsporen zullen waarschijnlijk snel weer uitgewist worden en dan genieten we gewoon nog even verder van die ongenaakbare wittigheid daarbuiten.

bekervarengele kamille

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Winterse dingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De winter staat weer voor de deur, daarmee is het werken in de tuin tot het “spreekwoordelijke” vriespunt gezakt. Afgelopen week heb ik me nog met wat laatste winterse dingen beziggehouden, zoals het overtollige blad van de oprit halen, voordat het tot een dikke gladde koek wordt platgewalst. De regenton is weer geleegd en de zadenbollen zijn weer opgehangen. Een aantal tuinklusjes hebben de eindspurt niet meer gehaald. De Ligusterhaag is tot halfweg geknipt en bij de composthoop ligt nog een stapel snoeihout te wachten om verwerkt te worden. Met kou en nattigheid in de lucht is het niet zo aanlokkelijk om daar aan te beginnen. Maar wie weet zijn de weergoden ons nog gunstig gezind op wat mooie pre-winterse dagen.

Iets wat wel nog op mijn verlanglijstje staat is een bezoekje aan een plaatselijke bijzondere boomkwekerij. Ik hoop deze winter nog te kunnen bezegelen met een mooie nieuwe boom in de voortuin. Dat lijkt me alvast een fantastisch vooruitzicht naar de lente met ontwakende blaadjes aan nieuw boomgeluk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oud eruit, Nieuw erin

Hoogste tijd om de winter af te schudden. Zowel in de tuin, als bij mezelf. Een dagje wroeten en knippen brengt direct stramme handen en spierpijn. ‘t Is duidelijk, het tuinieren is al weer even geleden. Ik weet ‘t, het is nog wel maar februari, maar een zonnetje en aangename temperatuur doet de hoop op lente al aanwakkeren.

En eigenlijk is er niets zo lekker, behalve dan misschien het planten van nieuwe aanwinsten, als die voorjaars opruimbeurt. Al het oude materiaal eruit en nieuwe compost erin. Het is ook het ideale moment om te zien hoe het ervoor staat met de planten. Sommigen zijn nog in diepe slaap, anderen voelen ook al de warmte en een paar hebben toch nog een flinke knauw gekregen van die laatste (?) vorstperiode. Zo is er bij de ligusterhaag nog geen beweging te zien, terwijl de akeleien al gestaag hun blaadjes beginnen uit te vouwen. De rozemarijn heeft het nog flink te verduren gekregen met de vorst, terwijl hij er in januari nog zo goed bij stond. Gelukkig is de struik zo groot, dat hij deels voor zijn eigen winterbescherming zorgt. In het hart van de struik waar wat meer beschutting is, zitten nog groene takken. Nog even een maandje of 2 wachten voor de schade goed te zien is en een knipbeurt er weer wat leven in zal brengen. Ook het Vingerhoedskruid (Digitalis) heeft wat last gehad van de kou. Sommige bladrozetten zijn helemaal afgestorven, anderen vertonen nog een groen hart en een aantal staan er nog volledig ongestoord bij. Die gehalveerde bladrozetten zullen echter weer snel uitgroeien tot flinke pollen. Een plant die ook nog een flinke klap heeft gehad is de wolfsmelk (Euphorbia characias subsp. wulfenii). Die bloei van een maandje geleden was dus toch iets teveel van het goede. Ik las in de Nieuwsbrief van Kwekerij Bastin, dat de warme winter planten zacht en vorstgevoelig maakt. De vorst hoeft dan niet eens zo hard of lang te zijn om toch al veel schade aan te kunnen richten. Het valt nog te bezien of de Wolfsmelk de klap heeft overleefd, maar bij nader inzien had ik toch beter wat vliesdoek of extra winterdek aangebracht. Zo leer je ieder keer weer bij.

Een van mijn nieuwste aanwinsten is trouwens een mini kweekkasje, of beter gezegd 3 mini kweekkasjes. Achteraf gezien vraag ik me af waarom ik daar zo lang mee gewacht heb om aan te schaffen. Het is werkelijk een genot om in te zaaien. Ieder voorjaar was ik aan het klungelen met bakjes, potjes, wc rolletjes, doormidden geknipte petflessen en dat alles voorzien van plastic dekseltjes, stukjes huishoudfolie met een plakbandje of elastiekje en niet te vergeten onder alles een schaaltje of bakje. Je kunt je wel voorstellen wat een gewinkel het was als er water gegeven moest worden of alles met een mooie dag tijdelijk naar buiten kon. Maar misschien hoort die klungelfase er wel bij. Voor wat hoort wat, zullen we maar zeggen. Ik was eigenlijk op zoek naar een wat groter formaat kasje, maar eigenlijk ben ik heel blij met deze maat. Ze zijn ± 38 x 24 cm en zo’n 18 cm hoog, compleet met verluchtingsschuifjes en al. Een heel handzaam formaat en naar gelang je zaaibehoefte pak je er een kasje bij of laat je er één in de kast staan. Ze zijn dus ook al meteen in gebruik genomen. De eerste zaden van Chilipeper, Basilicum, Majoraan, Pronkerwt en Fluitenkruid zitten al in de grond, met nog een flinke lading andere zaden in de wachtrij. Alle gaten die dus mogelijk gaan vallen in de tuin, zullen snel weer bezet zijn. Met andere woorden, ook hier geldt: oud eruit, nieuw erin.

Stilte voor de storm

Die winter is dan toch nog stilletjes aan gekomen. Een paar weken was het al sneeuw en vorst dat de klok sloeg. Geen dikke pakketten hier, maar toch een mooi dekentje. Inmiddels is alles weer verdwenen en komt al het onderliggende weer tevoorschijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En ik moet zeggen, er staat nog verbazingwekkend veel overeind. Van de zaadhoofden c.q. sporen van Phlomis en Matteuccia struthiopteris viel niet anders te verwachten, maar ook de kerrieplant Helichrysum italicum staat er florissant bij in tegenstelling tot andere jaren na de winter. De Salvia lavandulifolia heeft wat bruine punten (wat hem overigens niet misstaat naast dat grijs), maar er zitten ook al heel veel nieuwe scheuten in de wacht.

Met het verdwijnen van sneeuw en vorst beginnen ook automatisch mijn handen te kriebelen. De zin om weer de tuin in te gaan, opruimen van alle afgestorven takken, de laatste zadenoogst te verzamelen, het knip en snoeiwerk, en nieuwe plannetjes maken van wat te zaaien en te (ver)planten. Maar ik moet me toch nog een beetje inhouden. In het weekend wordt er weer wat nachtvorst verwacht, dus best het snoeiwerk nog wat uitstellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En met een rondje door de tuin moet ik zeggen dat het toch ook ieder jaar wel jammer is om al dat overgebleven moois weer af te knippen. Al die zaden, takken en afgestorven blad vormen samen toch een mooie massa in aardse kleuren. Bij een aantal planten die pas wat later op gang komen, zoals de pluimpapaver Macleaya cordata, blijft er zelfs na het verwijderen van oude takken en blad helemaal niets bovengronds over, behalve dan die gapende leegte. Maar goed, de opruimwoede is toch sterker dan de pleinvrees, dus voordat ik rigoreus de snoeischaar bovenhaal, toch ook nog maar even een foto maken van dat achtergelaten nestje inclusief een restje hazelnotenproviand.